Deze Kamerbrief bevat informatie over de beëindiging van de evacuatieoperatie in Afghanistan op 26 augustus 2021. In de kamerbrief wordt de Kamer geïnformeerd over de inspanningen die de dagen voorafgaand aan de beëindiging zijn verricht om de nog in Afghanistan verblijvende Nederlanders, lokaal ambassadepersoneel en hun gezinnen, tolken die voor Nederland hebben gewerkt in het kader van internationale militaire of politiemissie en hun gezinnen, en andere mensen uit hoogrisicogroepen conform de motie-Belhaj c.s. (Kamerstuk 27926 nr. 788) in veiligheid te brengen. Daarnaast blikt het kabinet vooruit op de mogelijkheden voor toekomstige presentie in Afghanistan, zonder dat dit leidt tot erkenning van de legitimiteit van de Taliban, ten behoeve van het behartigen van Nederlandse belangen en humanitaire hulpverlening.
Deze Kamerbrief bevat informatie over de in de toekomst door de Nederlandse regering te volgen praktijk inzake erkenning van regeringen (beleidswijziging “wij erkennen staten, niet regeringen). In de Kamerbrief wordt uiteengezet dat naar Nederlandse opvatting, naast de effectiviteit van het gezag, voor het vraagstuk van erkenning voorts van belang de bereidheid en mogelijkheid van een nieuwe regering op voet van gelijkheid betrekkingen met andere regeringen te onderhouden en volkenrechtelijke verplichtingen aangegaan door de vorige regering na te komen. Tenslotte wordt er ook op gelet of een nieuwe regering de instemming van een belangrijk deel van de bevolking heeft.
Deze Kamerbrief informeert de Tweede Kamer over het Amerikaanse besluit om Jeruzalem als hoofdstad van Israël te erkennen. In deze brief wordt tevens ingegaan op de internationale reacties.
Kamerbrief
Dit document bevat de antwoorden op de Kamervragen van het lid Baudet over nieuwe Nederlandse kritiek op het Israëlische woningbouwbeleid.
Deze Kamerbrief bevat informatie over de in de toekomst door de Nederlandse regering te volgen praktijk inzake erkenning van regeringen (beleidswijziging “wij erkennen staten, niet regeringen”). Deze Kamerbrief licht de nieuwe doctrine toe, o.a. aan de hand van het voorbeeld van Koeweit (1990) en vormt een aanvulling op de Kamerbrief uit 1990 over hetzelfde onderwerp.
In algemene zin kan worden gezegd dat op grond van het internationaal recht een entiteit een staat is wanneer is voldaan aan de volgende vijf criteria: afgebakend grondgebied, permanente ...
Actuele informatie over het aantal VN-lidstaten (en waarnemers bij de organisatie) met vermelding van het jaar van toelating tot de organisatie is te raadplegen via de website van de Verenigde ...
Dit document bevat de aanvullende schriftelijke verklaring van Nederland betreffende de vraag of de proclamatie van onafhankelijkheid van Kosovo in overeenstemming is met internationaal recht, het bestaan en uitoefenen van het postkoloniale recht tot zelfbeschikking en de wettige uitoefening van het zelfbeschikkingsrecht door de bevolking van Kosovo.
Dit document betreft de tekst van de Nederlandse stemverklaring bij stemming over Resolutie 67/19 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over toelating van de ‘Staat Palestina’ als ‘Non-Member Observer State’ tot die organisatie. Het Koninkrijk heeft zich bij die gelegenheid onthouden van stemming. De verklaring licht de stempositie toe.
Dit document bevat de antwoorden van Nederland op de vragen van de rechters van het IGH in de Advisory Opinion inzake de unilaterale afscheiding van Kosovo. De vragen hebben betrekking op de internationaalrechtelijke regels omtrent afscheiding en het zelfbeschikkingsrecht, en de Rambouillet Accords.
Toont 1 - 10 van 21 resultaten.