Er zijn meerdere verdragen waar Nederland partij bij is die verschillende aspecten met betrekking tot de bescherming van cultureel erfgoed reguleren. Sommigen daarvan zijn gesloten in het kader van de Raad van Europa, zoals het 'Kaderverdrag inzake de waarde van cultureel erfgoed voor de samenleving' (Verdrag van Valetta, 1992). Andere verdragen zijn gesloten in het kader van de organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO), zoals de 'UNESCO Overeenkomst inzake de middelen om de onrechtmatige invoer, uitvoer en eigendomsoverdracht van culturele goederen te verbieden en te verhinderen' en de 'UNESCO Overeenkomst inzake de bescherming van cultureel en natuurlijk erfgoed van de wereld'.
De UNESCO is actief op een groot aantal gebieden, inclusief cultureel erfgoed, en is vlak na de Tweede Wereldoorlog opgericht. Tijdens de oprichting werd besloten dat de organisatie zou gaan bijdragen aan een cultuur van vrede die de intellectuele en morele solidariteit van de mensheid kon bevorderen. Nederland is lid van de UNESCO. Elk lid van de UNESCO heeft een Nationale UNESCO Commissie. In Nederland houdt deze een overzicht bij van de aan Nederland toegekende UNESCO-erkenningen, waarvan het UNESCO Werelderfgoed de meest bekende is.
In 2016 is de Erfgoedwet in werking getreden. Het is een integrale wet die betrekking heeft op museale objecten, musea, monumenten en archeologie op het land en onder water. Samen met de Omgevingswet maakt de Erfgoedwet een integrale bescherming van Nederlands cultureel erfgoed mogelijk. Voor meer informatie hierover kan gekeken worden op de website van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, verantwoordelijk voor de wetgeving en het beleid rondom beschermde cultuurgoederen. Daarnaast kan hiervoor worden gekeken op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verantwoordelijk voor de advisering over het beheer en behoud van bescherme cultuurgoederen, onder leiding van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Cultureel erfgoed betreft niet alleen objecten die in musea worden beheerd, maar bijvoorbeeld ook immaterieel erfgoed en maritiem erfgoed. Nederland is verdragspartij bij het 'Verdrag inzake de bescherming van het immaterieel erfgoed'. Immaterieel erfgoed betreft culturele uitdrukkingen, waaronder taal, dans, traditionele kennis en rituelen.
Voor wat betreft maritiem erfgoed, herbergt de Noordzee waardelvol archeologisch erfgoed, zoals scheepswrakken. Er liggen ook Nederlandse scheepswrakken in buitenlandse wateren. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed deed op verzoek van de Tweede Kamer wereldwijd onderzoek naar gezonken en vermiste schepen van Nederlands' eigendom. Maritiem erfgoed betreft niet alleen onderzees erfgoed, maar al het erfgoed dat een relatie heeft met water. Dit erfgoed bestaat niet alleen uit scheepswrakken, maar ook uit havens, kades, bruggen, waterwegen en zelfs pakhuizen. Daarnaast worden verdronken landschappen met prehistorische resten of bijvoorbeeld middeleeuwse nederzettingen onder water aangetroffen.
In de praktijk doen zich regelmatig situaties voor waarbij het draait om de immuniteit van cultuurgoederen. Culturele eigendommen van staten, die deel uitmaken van een tentoonstelling van objecten van wetenschappelijk, cultureel of historisch belang en die niet te koop worden aangeboden of zijn beoogd om te koop te worden aangeboden, zijn in Nederland zoveel mogelijk gevrijwaard van beslaglegging. Dit is gebaseerd op Nederlandse wetgeving en op de onder het internationaal recht bestaande verplichtingen.
Er doen zich in de praktijk situaties voor waarin het gaat om het terughalen van cultuurgoederen die in relatie tot de Tweede Wereldoorlog uit Nederland zijn verdwenen. Dit houdt verband met het zogenaamde recuperatiebeleid, waarvoor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap primair verantwoordelijk is. Het uitgangspunt van het Nederlandse beleid is onder andere de 'Inter-Allied Declaration against Acts of Dispossession committed in Territories under Enemy Occupation or Control' die op 5 januari 1943 in Londen werd ondertekend. Een staat recupereert niet altijd voor zichzelf maar kan dat ook doen voor particulieren.
Ook in de koloniale context zijn vaak culturele, historische en religieuze objecten weggenomen van hun oorspronkelijke eigenaren. Sommigen zijn geroofd, geconfisqueerd, afgegeven, of verkocht onder dwang. Internationale samenwerking is van groot belang voor eventuele teruggave (restitutie) van dergelijke objecten.
Nederland is verdragspartij bij het 'UNESCO Verdrag inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict' (1954). Het uitgangspunt van dit verdrag is dat schade aan het cultureel erfgoed van ieder volk, schade is aan het cultureel erfgoed van de mensheid in zijn geheel. In 1954 werd samen met dit verdrag het Eerste Protocol aangenomen voor de bescherming van cultuurgoederen in geval van bezetting. Het Tweede Protocol uit 1999 introduceert een nieuw systeem om de bescherming van cultuurgoederen die van uitzonderlijk belang zijn voor de mensheid te bevorderen. Deze goederen worden onder verhoogde bescherming geplaatst, op de voorwaarde dat deze goederen voldoende worden beschermd door nationale wetgeving en niet worden gebruikt voor militaire doeleinden. Nederland is toegetreden tot beide protocollen.