In 2017 vond een ernstige escalatie van geweld in Rakhine State plaats waarbij ruim 700.000 Rohingya door de veiligheidstroepen van Myanmar werden verdreven en gedwongen te vluchten naar Bangladesh. Daarbij zijn zeer ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd, zoals wordt gedocumenteerd in rapporten van onder andere de VN Independent International Fact-Finding Mission on Myanmar en van gezaghebbende NGOs. Deze bevatten aanwijzingen dat handelingen als bedoeld in artikel II van het Genocideverdrag zijn gepleegd in Myanmar.
Het leger van Myanmar ontkent daarvoor verantwoordelijk te zijn en wordt tot op heden nauwelijks ter verantwoording geroepen door de autoriteiten in Myanmar. De Myanmarese regering volhardt in haar lezing dat de acties van het Myanmarese leger gerechtvaardigd zijn in de strijd tegen terrorisme. Deze ontkenning van verantwoordelijkheid voor breed gedocumenteerde ernstige mensenrechtenschendingen maakt voortdurende inzet van de internationale gemeenschap op internationale accountability voor zeer ernstige mensenrechtenschendingen essentieel.
In augustus 2019 is binnen de Verenigde Naties het Independent Investigative Mechanism for Myanmar (IIMM) geoperationaliseerd om bewijzen van mensenrechtenschendingen in Myanmar te verzamelen, op te slaan en te analyseren.
Op 11 november 2019 heeft Gambia voor het Internationaal Gerechtshof een rechtszaak gestart tegen Myanmar op grond van het Genocideverdrag. Op 9 december 2019 hebben Canada en Nederland deze stap gezamenlijk verwelkomd en hun steun toegezegd aan Gambia. Op 24 januari 2020 heeft het Internationaal Gerechtshof alle verdragspartijen bij het Genocideverdrag gevraagd of zij willen interveniëren in de zaak tussen Gambia en Myanmar. Op 2 september 2020 hebben Nederland en Canada een gezamenlijke verklaring uitgebracht dat zij voornemens zijn dit gezamenlijk te doen.
Daarnaast pleit Nederland voor een bredere doorverwijzing van de situatie in Myanmar naar het Internationaal Strafhof door de VN-Veiligheidsraad. Het Internationaal Strafhof heeft op 14 november 2019 wel een officieel onderzoek naar de deportatie van de Rohingya vanuit Myanmar naar Bangladesh gestart.
De Nederlandse regering zoekt voortdurend naar manieren om met gelijkgezinde landen daders van internationale misdrijven gepleegd in Myanmar ter verantwoording te roepen. Gelet op de ernst van breed gedocumenteerde mensenrechtenschendingen alsook de voortdurende ontkenning van verantwoordelijkheid daarvoor onderzoekt het kabinet thans complementaire procedures van accountability.
Overview of the case The Gambia v. Myanmar, International Court of Justice Bangladesh/Myanmar - Investigation, International Criminal Court