Wat is de bevoegdheid van het Internationaal Strafhof?
Het in 2002 in Den Haag gevestigde Internationaal Strafhof is opgericht bij verdrag, het Statuut van Rome. In januari 2021 telde het Statuut 123 verdragspartijen, zie The States Parties to the Rome Statute. Op basis van het Statuut is het Strafhof bevoegd tot vervolging en berechting van individuen (niet staten zelf) die worden verdacht van een van de volgende internationale misdrijven: genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven. Het gaat dan om misdrijven die hetzij op het grondgebied van een verdragspartij zijn gepleegd, hetzij door onderdanen van een verdragspartij zijn gepleegd vanaf het moment van inwerkingtreding van het Statuut op 1 juli 2002 (of vanaf het moment dat het Statuut voor een bepaalde partij in werking is getreden als dat op een later moment dan 1 juli 2002 zou zijn).
Het Statuut van Rome voorziet ook in een situatie waarin landen die (nog) niet zijn aangesloten bij het Strafhof de bevoegdheid van het Strafhof toch kunnen erkennen (ad hoc erkenning), zoals Oekraïne heeft gedaan vanaf 2013.
Een derde manier waarop het Strafhof bevoegdheid kan uitoefenen is indien de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties het Strafhof daartoe heeft gemachtigd in een specifieke situatie (verwijzing), zoals het heeft gedaan ten aanzien van de situatie in Sudan (Darfur) en Libië.
Naast de al genoemde internationale misdrijven is het Strafhof ook bevoegd te oordelen over het misdrijf agressie. 40 verdragspartijen hebben die bevoegdheid van het Strafhof erkend.
Internationaal Strafhof