Een NGO, zoals Amnesty International, kan wel een sterk internationaal karakter hebben, maar is vaak opgericht onder het nationale recht van een staat. Soms komt het voor dat een organisatie wordt opgericht onder het nationale recht van een staat (bijvoorbeeld als Nederlandse stichting), en na een aantal jaar wordt omgevormd tot een IGO via een internationale overeenkomst.
Kenmerkend voor een IGO is in elk geval dat deze wordt opgericht door twee of meer staten, door middel van een internationaal verdrag, en beschikt over eigen organen.Oorspronkelijk werden IGOs slechts door staten opgericht. Tegenwoordig kunnen ook IGOs zijn betrokken bij de oprichting van een IGO.
Oprichting van een IGO gebeurt door middel van een (oprichtings)verdrag. In dit verdrag worden zaken geregeld die het functioneren van de IGO waarborgen, waaronder het mandaat van de organisatie, de taken, samenstelling en bevoegdheden van de organen van de IGO, de besluitvormingsprocedures en bijvoorbeeld de financiƫle verplichtingen van de leden.
Doorgaans wordt in een oprichtingsverdrag van een IGO door de oprichtende staten internationale rechtspersoonlijkheid aan een IGO toegekend. Het toekennen van internationale rechtspersoonlijkheid is noodzakelijk voor een IGO om onafhankelijk te kunnen functioneren in het internationale rechtsverkeer, en brengt mee dat de IGO drager is van rechten en plichten onder internationaal recht.
De internationale rechtspersoonlijkheid stelt een IGO onder meer in staat om internationale verdragen te sluiten, bijvoorbeeld met de staat waarin een IGO zich zal vestigen. Meer hierover in het dossier Zetelverdragen.
Database met documenten van en over internationale organisaties, Oxford International Organizations