Uitgangspunten zijn een optimale duurzame opbrengst van hernieuwbare hulpbronnen zoals water, bossen en visbestanden, een rationele en optimale exploitatie van niet-hernieuwbare hulpbronnen zoals olie en gas, en een eerlijke en billijke verdeling van de opbrengsten van het gebruik van genetische bronnen.
Staten hebben geen exclusieve beschikkingsmacht over de natuurlijke hulpbronnen die zich bevinden in gebieden buiten de nationale rechtsmacht van staten. Zie Internationale omgeving: volle zee, Antarctica, de Noordpool en de kosmische ruimte.
Voor het gebruik van deze natuurlijke hulpbronnen gelden speciale regels die samenhangen met de status daarvan. Van een deel van deze hulpbronnen mogen staten gebruik maken met inachtneming van internationale afspraken met het oog op de belangen van andere staten (bijvoorbeeld visbestanden). Van een ander deel mogen staten uitsluitend gebruik maken na toestemming van een internationale organisatie (bijvoorbeeld minerale rijkdommen van de diepzeebodem).
Natuurlijke hulpbronnen zouden een motor moeten zijn voor ontwikkeling. Diverse hedendaagse gewapende conflicten schetsen echter een ander beeld; de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen houdt vaak conflicten in stand of wakkert deze zelfs aan. Termen als ‘bloeddiamanten’ en ‘conflictmineralen’ geven deze werkelijkheid goed weer.