Het internationaal recht legt wel een aantal beperkingen op aan nationaliteitsverlening. Zo mag deze niet discriminatoir zijn of indruisen tegen de soevereiniteit van andere staten. Een staat mag bijvoorbeeld niet zomaar de onderdanen van een andere staat zijn nationaliteit verlenen, en ook niet uitsluitend aan bepaalde groepen van zijn bevolking nationaliteit verlenen en aan andere niet.
De verlening van de Nederlandse nationaliteit is geregeld in de Rijkswet op het Nederlanderschap.
Bij dekolonisatie, het uiteenvallen van staten of het ontstaan van nieuwe staten is de vraag naar nationaliteit en de verlening van nationaliteit vaak gecompliceerd.De kwestie van nationaliteit bij het onafhankelijk worden van Suriname is destijds geregeld in de Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname van 1975.