Grondgebied kent een externe en een interne component. De externe component betreft de uitdrukking van het machtsevenwicht tussen samenlevende of (meestal) rivaliserende staten. De interne component betreft de relatie tussen een groep mensen en de concrete ruimte waarin zij leven.
Veel van de fundamentele beginselen van internationaal recht zijn gebaseerd op de concepten van territoriale exclusiviteit en soevereine gelijkheid en daaruit vloeiende beginselen als territoriale integriteit, politieke onafhankelijkheid en non-interventie. Met de introductie van de staat werden grondgebied en soevereiniteit nauw met elkaar verbonden. De begrippen worden soms zelfs als equivalente termen gebruikt.
De manieren waarop grondgebied kan worden verkregen zijn beperkt, en vaak onderwerp van geschil tussen twee of meer staten. Bezetting van terra nullius, verjaring, overdracht (cessie) en natuurlijke aanwas zijn de wijzen waarop de omvang van het grondgebied kan worden vergroot dan wel verkleind. Geschillen tussen staten over grondgebied gaan in het overgrote deel van de gevallen over het precieze verloop van de grens, consolidatie van historische aanspraak op grondgebied, het beginsel van zelfbeschikking, de gevolgen van dekolonisatie en de omzetting van interne grenzen naar internationale grenzen in het kader van dekolonisatie of na het uiteenvallen van een staat (uti possidetis iuris).
Het recht van de zee verdeelt de zee in verschillende gebieden en regelt de afbakening en verdeling van bevoegdheden in die gebieden.
De soevereiniteit van een kuststaat strekt zich buiten zijn landgebied uit over de territoriale zee (gebied van maximaal 12 zeemijl), met inbegrip van de bodem en ondergrond van deze zee. In de territoriale zee mag de kuststaat in de meest brede zin regels stellen en handhaven. De belangrijkste beperking op deze bevoegdheid is het recht op onschuldige doorvaart van schepen die varen onder vlag van derde landen.
In de aansluitende zone (gebied van maximaal 12 zeemijl grenzend aan de territoriale zee) heeft de kuststaat beperkte bevoegdheden. De kuststaat mag hier handhavend optreden om
In de exclusieve economische zone (gebied van maximaal 200 zeemijl vanaf de kust) heeft de kuststaat slechts beperkte rechtsmacht, gekoppeld aan de soevereine rechten die de kuststaat in deze zone heeft. Dit betreft rechtsmacht ten aanzien van
Naast de rechtsmacht die de kuststaat in deze zone heeft ten aanzien van uitoefening van deze soevereine rechten heeft de kuststaat rechtsmacht ten aanzien van (a) de bouw en het gebruik van kunstmatige eilanden, installaties en inrichtingen, (b) wetenschappelijk zeeonderzoek en (c) bescherming en behoud van het mariene milieu.
Het continentaal plat vormt een natuurlijke verlenging van het grondgebied van een kuststaat onder zee. Ook voor het continentaal plat geldt een beperkte rechtsmacht van de kuststaat, eveneens gekoppeld aan de uitoefening van zijn soevereine rechten.
De volle zee behoort tot de internationale gebieden die niet kunnen worden onderworpen aan de rechtsmacht van staten. Meer informatie daarover is te vinden onder het thema ‘Internationale gebieden’ in het dossier Volle zee.
Beleid Internationaal, Noordzeeloket
IMO, International Maritime Organization