Artikel 38 van het Statuut van het Internationaal Gerechtshof (IGH) noemt de belangrijkste rechtsbronnen:
Daarnaast kunnen besluiten van internationale organisaties een rechtsbron zijn voor staten die lid zijn van de desbetreffende organisatie, afhankelijk van hetgeen daarover is bepaald in de oprichtingsakte van die organisatie. Ook kunnen eenzijdige handelingen of verklaringen van staten onder omstandigheden worden aangemerkt als bron van internationaal recht.
Naast juridisch bindende regels wordt in het internationaal rechtsverkeer ook vaak gebruik gemaakt van instrumenten of documenten die naar hun vorm en inhoud niet-juridisch bindend zijn, maar in eerste instantie politieke afspraken behelzen. Dergelijke documenten of instrumenten opgesteld door staten en/of internationale organisaties worden doorgaans aangeduid met de term ‘soft law’. 'Soft law' instrumenten kunnen een bijdrage leveren aan het proces van vorming en verdere ontwikkeling van het internationaal recht.
Binnen de groep schriftelijke afspraken die worden gemaakt op het gebied van de internationale samenwerking worden behalve verdragen ook vaak internationale beleidsafspraken gemaakt, veelal aangeduid met de generieke term ‘Memorandum of Understanding’ (MoU).
Het essentiële verschil tussen een verdrag en een MoU is dat een verdrag juridisch verbindende verplichtingen met zich meebrengt voor staten (of internationale organisaties), terwijl een MoU uitsluitend politiek en moreel verbindend is voor de regeringen, ministers en andere overheden of (onderdelen van) internationale organisaties die de betreffende afspraken maken.
In Nederland is in de 'Aanwijzingen voor de regelgeving' (Aanwijzing 304) vastgelegd dat als onderdelen van de (rijks)overheid het voornemen hebben internationale beleidsafspraken te maken, in een zo vroeg mogelijk stadium overleg moet worden gevoerd met de Directie Juridische Zaken, Afdeling Internationaal Recht (DJZ/IR), van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit ter voorkoming van mogelijke internationale misverstanden over het rechtskarakter van de afspraak en ter voorkoming van mogelijke frictie met de bepalingen van de Grondwet inzake verdragen.
Verdragenbank, Overheid.nl